Werkversie
Wat voor gemeente wil God dat we zijn?
Dat is een grote vraag. Als Andreaskerkgemeente zoeken we samen naar een antwoord. We willen duidelijk maken wie we zijn en waar we naar verlangen, voor:
- gasten en geïnteresseerden, ben ik welkom en voel ik me aangesproken?
- nieuwe leden, hoe en waar kan ik bijdragen?
- de gehele Andreaskerkgemeente, vanuit welk toekomstperspectief maken we
keuzes als het gaat om liturgie, mensen, tijd, gebouw, geld, … ?
Het antwoord op deze vraag wordt ook wel de Missie en Visie van de kerk genoemd.
Missie
Wat is het bestaansrecht, de opdracht van de Andreaskerk; waar staan we voor?
Als onze missie ervaren we de opdracht die Jezus ons heeft meegegeven:
“Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen”, Matteüs 28:19.
De naamgeving van onze gemeente, Andreaskerk, verwijst daar naar:
“En hij (Andreas) leidde hem tot Jezus”, Johannes 1:43. Dat willen we uitdragen.
Visie
Welk toekomstbeeld hebben we van onze Andreaskerk; waar gaan we voor? Bijbels geformuleerd: hoe geven we gestalte aan het Lichaam van Christus in Putten? Totdat Hij komt.
Onze visie is hieronder uitgewerkt in drie onderdelen: leerling-zijn (gemeentelid), gemeenschap-zijn (de gemeente) en geloofscommunicatie (in contact met elkaar en onze omgeving). Onze visie is prikkelend geformuleerd. Om ons uit te dagen tot bezinning en verandering.
Deze pagina
Dit document beschrijft onze missie en visie. In gesprek binnen de gemeente willen we hier verder woorden en vorm aan geven. We hopen dat deze versie daarbij helpt, bij persoonlijke studie, in kringen en bij ontmoetingen binnen de gemeente.
Leerling-zijn
Discipelschap
Marc. 1:16-18
Wij zijn als gemeenteleden van de Andreaskerk leerlingen van Jezus. Een leerling, discipel, is ‘iemand die in Christus is’, waartoe Paulus leden van Christus’ gemeente oproept. Dat betekent dat we beseffen dat we Jezus vertegenwoordigen in deze wereld.
Mat. 5:13-16
We zijn in dienst van Jezus met als opdracht het licht van de wereld en het zout van de aarde te zijn. Dat willen we laten zien en belijden, naar elkaar en naar buiten.
Marc. 8:27-36
We willen leren wat het is om Jezus na te volgen op zijn weg van lijden en opstanding, een weg van genade en bevrijding. Onze vorming en toerusting zijn daarop gericht: zoals tijdens de zondagse eredienst, in gebeds- en bijbel(groei)groepen, Alpha-cursus, catechese en onze persoonlijke stille tijd.
Groei in onze persoonlijke relatie met Jezus is een verlangen dat ons als gemeenteleden met elkaar verbindt.
De richting van onze verandering: Van kerkganger naar leerling
Voor verdere studie en gesprek:
– In de evangeliën verwijst het begrip ‘discipel’ naar de 12 apostelen die ‘met Jezus waren’ (of de 70, Lukas 10:1); maar vanaf Mat. 28:19 is duidelijk dat alle christenen discipelen moeten worden (“maak alle volkeren tot mijn discipelen”).
– In de brieven van het Nieuwe Testament wordt het begrip ‘discipel’ bijna niet gebruikt maar de formulering ‘in Christus zijn’ (vgl. Rom. 8:1; 1 Kor. 1:2-4). Verhelderend is hierbij de uitspraak van Paulus in Gal. 2:19-20: “Met Christus ben ik gekruisigd: ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij”. De inwoning van de Heilige Geest (Christus in mij) is het geheim van een discipel van Jezus. Dus navolging en discipelschap wijzen op een levensgemeenschap en levensverbondenheid met Christus. Het gaat dus niet om het aanhangen van een leer (religie) maar om een relatie met Jezus.
– Mat. 11:28-30, 2 Tim. 4:2-5, Filip. 2:1-19.
Gemeenschap-zijn
Rom. 8:14-17
We hebben elkaar nodig, voor het behoud en de groei van ons geloof. Dat geloof willen we doorgeven, aan onze kinderen en aan liefhebbers die leerling willen worden. Daarom vinden we het belangrijk dat kinderen een volwaardige plaats in onze gemeente innemen en dat er contacten zijn over leeftijdsgrenzen heen. Zo zijn we allemaal kind aan huis bij God, thuis bij de Vader.
Hand. 2:41-47
Onze gemeenschapszin onderscheidt ons van de individualiserende samenleving met steeds lossere verbanden. Onze liefde en aandacht voor elkaar, geïnspireerd door de Heilige Geest, mag opvallen en anderen nieuwsgierig maken.
Rom. 12:4-11
Gemeenschap-zijn ervaren we ook als een opdracht: ‘Wees een’, dienstbaar aan elkaar en aan de samenleving, de gehele week. Dat willen we behouden, door de actieve inzet van alle gemeenteleden. Dat willen we gul delen met gasten en geïnteresseerden tijdens (trouw, doop, rouw) erediensten en ontmoetingen door de week heen.
De richting van onze verandering: van kerk-met-activiteiten naar onderling verbonden groepen actieve gemeenteleden
Voor verdere studie en gesprek:
Efeze 3:14-19
Johannes 15:9-17
1 Korinthe 12:4-7
1 Petrus 2:4-5
Geloofscommunicatie
Evangelie betekent ‘blijde boodschap’. Een boodschap die we uitdragen, communiceren. Bijna alles wat we binnen de gemeente doen is communicatie, zoals de liturgie van de eredienst, het pastoraat, diaconaat, de website, de Andreasbode en onze persoonlijke houding en gedrag.
1 Kor. 2:1-10
We beseffen daarbij dat God niet in woorden is te vangen. We zoeken in onze woorden het evenwicht tussen ‘benoemen van het mysterie’ en ‘begrijpelijkheid van de boodschap’. We doen dat in de taal van deze tijd en met de communicatiemiddelen van deze tijd.
Hand. 17:16-33
De doelen van onze communicatie zijn: voeden van het vermoeden, wekken van verlangen en vorming van ons geloof. Onze toon is hartelijk en uitnodigend, niet oordelend of moralistisch; zowel binnen de gemeente als naar buiten toe. We nodigen uit tot participatie: kom in actie, ga met ons en blijf in de Heer.
1 Kor. 14:26
Dit alles geldt ook voor onze eredienst. Daar is ruimte voor participatie van gemeenteleden, gebruikmakend van de taal, middelen en instrumenten van deze tijd, tot eer van God.
De richting van onze verandering: van ‘naar binnen gericht’ naar ‘naar buiten gericht’
Voor verdere studie en gesprek:
Psalm 8
Johannes 15: 1-8
Handelingen 8:26-40
Kolossenzen 3:16-17; 4:2-6